Het komt regelmatig voor dat een hond in meer of mindere mate last heeft van gedragsproblemen, die ook een belasting vormen voor de eigenaren van de hond. Soms komt dit door een (klein) trauma, soms door een verkeerde opvoeding en soms is het moeilijk om te bepalen waar de bron ligt.
Ook bij geadopteerde honden kan dit het geval zijn, omdat deze in sommige gevallen minder aandacht hebben gehad, wat ook zijn weerslag kan hebben op het gedrag.
Qwispl geeft drie tips.
1. Eerst kijken, dan behandelen
Een goede gedragstherapeut voor honden gaat niet puur af op wat je vertelt over de hond. De therapeut komt meestal thuis om te kijken hoe de hond zich gedraagt. Op basis hiervan wordt een diagnose gesteld van de oorzaak van het gedrag.
Dat kan van alles zijn, van moeilijkheid hebben om zelfstandig te zijn tot onzekerheid over de plek in de ‘roedel’.
Op basis van de diagnose en de bevindingen wordt bekeken hoe het gedrag positief aangepast kan worden. Het verschilt per situatie hoe lang deze behandeling in beslag neemt en wat de kans op succes is, maar vrijwel altijd is er vooruitgang te boeken.
2. Consistentie
Voor honden is het belangrijk om te weten hoe er gereageerd moet worden op situaties en te weten wat de hond kan verwachten van de baas.
Reageer je telkens verschillend op een bepaalde actie, dan kan dat leiden tot probleemgedrag. Denk hierbij aan een hond die de ene dag wel op bed mag liggen, maar de andere keer streng wordt toegesproken.
Dit leidt tot onduidelijkheid bij de hond en kan daarmee leiden tot frustratie, dat zich op vele manieren kan uiten. Een gedragstherapeut kan helpen om consistentie in het verzorgen en behandelen van de hond te krijgen.
3. De hond is je vriend
Met name bij probleemgedrag kan er een “ik-tegen-hond” gevoel ontstaan. Toch is dat zelden de juiste benadering.
Een hond moet een hond zijn en bovendien een sterke band opbouwen met het baasje. Met een goede band is de kans op goed gedrag immers een stuk groter: de hond wil zich goed voor je gedragen.
Meestal is een therapie dan ook gericht op het versterken van de band, naast het aanpassen van slecht gedrag.